In 2018 besliste ik om mee te doen aan het avontuurlijke programma HOMO UNIVERSALIS, jaargang 2.

Het werd een waanzinnig heerlijke belevenis.

Nu HOMO UNIVERSALIS 2024 op VRT geprogrammeerd wordt, kijk ik met wat nostalgisch plezier terug op mijn deelname in 2019.

- Schat ! Ik ga meedoen aan HOMO UNIVERSALIS !!!
     - Wat ??? Op je hoofd gevallen en blijven botsen, Polleke ?
- M’n kandidatuur is al binnen !

Waarom ik verdorie m’n kandidatuur had gesteld, weet ik niet meer zo goed. Ik had tenslotte al bijna vier jaar de podia vaarwel gezegd. Maar dus toch en ik vermoed wel waarom ….


- “Héél benieuwd of je erbij zal zijn …” zei m’n echtgenote met een speciale glimlach om de mond.

 

 

 

 

Klik op deze link:  DE KANDIDATUUR VAN PAUL VAGANT

https://youtu.be/QR7Hv3EjaQw

 

Een paar maanden later kreeg ik een telefoontje van ‘Iedereen Beroemd”. Of ik me vrij kon maken op 17 data tussen januari en eind mei? Ik geloofde m’n oren niet, maar zonder twijfelen antwoordde ik snel:” Ja, hoor ….” Ik had al wel een reis gepland in mei naar Ierland…..
Ik hoopte het spel toch wel enkele opnamedagen vol te houden, maar erbij zijn tot de laatste week leek me echt wel utopisch ….
De selectie was van meer dan 1000 naar 300 gebracht en na de beoordeling van de ingezonden korte video’s, werden uiteindelijk de 100 starters weerhouden. Op 3 januari begonnen de opnamen in Schelle, in een grote maar diepvrieskoude hall op een vroegere site van Electrabel, vlak bij de Schelde..

 

We hadden met de groep Antwerpen-Zuid (8 deelnemers) vooraf al carpooling afgesproken. Zo kenden we mekaar reeds toen we onze auto’s parkeerden voor het grote gebouw. We noemden ons ploegje “Team-Zuid” .

De start was echt stevig : drie lange dagen van bijna 12 uren, met zes proeven per dag in de onverwarmde, grote hall. Na twee proeven moest iedereen terug naar ontvanghall op de eerste verdieping - op tv zie je de 5 mooi verlichte ramen - , om te ontdooien en wat warms te drinken of met een heerlijke warme maaltijd op krachten te komen. De vrieskou was vreselijk en de stress en de vermoeidheid deden de rest. Ik werd meteen met een bronchitis bedacht. Gelukkig was die net voor de volgende opnamedagen alweer vergeten.

Iedereen was een beetje bang om in het eerste spel reeds te mislukken, maar dat werd ons team gelukkig bespaard.

TEAM ZUID

Op de tweede dag had ik m’n gitaar meegebracht, want ik had beloofd een lied te zingen indien ik de tweede dag nog niet was afgevallen. De sfeer zat er direct in en alle medekandidaten zongen enthousiast mee:” Wij waren mannen !” (Met dank aan Romain voor de geweldige titel …)
Door m’n ervaring van bij de jeugdbeweging bleef ik vlot meedraaien. De opdrachten testten zowel handigheid als intelligentie, sport en spel, snelheid, doorzicht, taal, knutselen, kwissen, muziekkennis, tekenen, spelling, dansen, puzzelen, techniek, memoriseren. Soms speelde puur geluk een grote rol.
Soms werden er BV’s ingeschakeld als jury om de prestaties te beoordelen.
Het frisbee-werpen had ik beter moeten doen, een kaars aansteken met enkel natuurlijk materiaal lukte me uitstekend. Een volzin ‘identiek naschrijven’ met de juiste krantenknipsels uit drie kranten was enorm stresserend.

De pijnlijkste proef werd het 20 meter afleggen zittend op een jute zak, zonder handen op de vloer te zetten.

Pijnlijk .... Het staartbeentje zag bont en blauw …. vreselijk,en het was close : slechts 3 kandidaten kwamen na mij aan.

Het getal PI
Het getal pi werd cijfer na cijfer omgedraaid op een bord. Er verschenen 42 cijfers na de komma. We konden heel de tijd de cijfers memoriseren. Daarna moesten we de cijfers opschrijven. Wie de minste cijfers juist opschreef : tot nooit meer ! Eén van de kandidaten had 42 cijfers juist. Ik raakte tot 28 cijfers. Echt moeilijk ….

Dwergslingeren
Het ‘dwergslingeren’ werd mij bijna fataal. Er bleven nog een 60-tal kandidaten over. Op een “kogelstoten-speelveld” moest een kabouterpop met lange muts zo ver mogelijk gegooid worden. Maar wie hem buiten het veld gooit, scoort 0 meter. De eerste kandidaat gooit en … het kaboutertje vliegt …. buiten het veld. Alle andere kandidaten zijn meteen ‘veilig’, zelfs als ze het popje gewoon op het speelveld neerleggen. Iedereen gooit echter het kaboutertje ver in het veld. Ik wilde het spel ook eerlijk spelen en dacht : ik zal eens laten zien hoe ‘dwergslingeren’ gespeeld wordt. Ik nam een stevige aanloop en gooi het poppetje weg… Maar jammer genoeg blijft de kaboutermuts aan m’n duim hangen… De kabouter vliegt recht omhoog, botst op de grond en … botst dan net buiten het speelveld. “Wat doe jij nu toch, Pol !!! ” riep iedereen. Met schaamrood op de wangen moest ik als enige het opnemen tegen de eerste ongelukkige mevrouw. Ik wierp de pop bij de tweede beurt 30 cm verder …..

Het witte paasei
Rond Pasen werd een speciale proef bedacht. Vijf hele grote paaseieren werden opgesteld in het midden van cirkel. In de eieren zat een geldprijs van 1, 100, 200, 300 en 499 euro. Wie het ei met 499 euro pakte, moest het spel verlaten. Slechts acht kandidaten deden mee aan het ‘spurtnummer’. Ik zag dat wel zitten …. De 18-jarige blonde studentin Paulien, die al vele dagen in de grote cirkel naast mij stond, wou ook meelopen. “ Als student kan ik het geld heel goed gebruiken”, zei ze. Ik wou haar helpen … en stelde voor om van plaats te verwisselen : “Kijk goed, Paulientje, hier sta je dichter bij het witte paasei, ik zal het bruine paasei ernaast wel pakken.” Te laat had ik gezien dat een sportieve DERTIGER ook naar dat bruine ei zou spurten ….. Paulientje kon het witte ei grijpen en won 300 euro en ik kwam een halve arm tekort …. Het studentje was zielsgelukkig.

Het examen “Rijbewijs”
Bij de ‘pitjesbak-proef’ had ik echt niet veel geluk en het scheelde niet veel of ik was uitgeschakeld. Maar het fatale moment van de uitschakeling viel mij te beurt met het “examen voor het rijbewijs”. Ik had m’n bril vergeten en zo kon ik de veel te kleine letters op het computerscherm bijna niet lezen. Maar met verbetenheid en schele hoofdpijn worstelde ik me toch door de vragen. Ik had al 31 juiste antwoorden gescoord (dat bleek achteraf toch !), maar die 31 juiste punten smolten echter als sneeuw voor de zon toen ik in paniek blind eieren ging kloppen om toch maar snel-snel iets te antwoorden. Ik wist wel dat ik een goede score had. De haas en de schildpad indachtig was geen antwoord geven, héél dom. ik had natuurlijk gewoon de 15 seconden per vraag gewoon moeten laten voorbij tikken, want … niet antwoorden op een vraag scoorde slechts één strafpunt! Domme blaaskaak ! Ik wou niet als allerlaatste het examen beëindigen. Ik werd zodoende beboet met 4 “zware overtredingen” en ik kreeg ik dus 4 x 5 = 20 strafpunten. Als ik de vragen gewoon onbeantwoord had laten passeren, dan had ik met slechts 4 strafpunten vlot naar de volgende opdracht mogen gaan! Nu was het plots over en out : 31 - 20 = 11 punten.

Het was de laagste score ...  En ik mocht naar huis met het nummer 41.

TOT NOOIT MEER ....
De 40 resterende kandidaten waren blij dat ze niet in mijn schoenen stonden toen de politieagent het verbodsteken op mijn tafel kwam leggen. Ook nu was het afscheid van een lotgenoot, een teamgenoot en een medespeler een beetje triest. Hoe langer je mag meespelen, hoe emotioneler het afscheid. Een eenvoudige levensles.

De regisseur van het hele circus was een zeer aimabele, bekwame man. Toen een kandidaat in het midden van de kring z’n afscheidsnummer omhoog stak, was hij het die met fijne humor en heel empathisch het afscheidszinnetje formuleerde. Walter Grootaers hebben we nooit gezien. Hij deed keurig z’n job achteraf in de montagekamer.

Heel dat feest wordt gedragen door tientallen enthousiaste medewerkers van “Iedereen beroemd”. Ze zijn allemaal belangrijk voor het eindresultaat. Elke waardering van ons, kandidaten, deed hen heel veel deugd. Zo eenvoudig kan het zijn.
Elke opnamedag was een feest. Een uitbundige, enthousiaste groep die bij elke proef ontzettend meeleeft met de verliezer. Aan de koffietafel voor het begin van de nieuwe proeven, werden vele uiteenlopende verhalen verteld, over de gezinsleden, de lieven, de partners, de plannen en de reacties. De catering was enorm verzorgd met elke dag een uitgebreide keuze. En voor het vertrek naar huis, nog maar eens de donkere nacht in, kregen we nog heerlijke broodjes mee ter versterking. En telkens keken we uit naar de volgende opnamedag.

Op al die dagen heb ik veel toffe mensen ontmoet, de sfeer was uitbundig en leuk. ik heb me goed geamuseerd tijdens die 10 opnamedagen.

Stijn ( op de foto achteraan, helemaal links) maakte deel uit van ons “Team-zuid”. Toen ik de eerste dag op de parking kennismaakte met hem, gaf hij me onverwacht een linkerhand. Het was donker en ik had niet gemerkt dat z’n rechterhand een prothese was. Hoe langer hij in het spel bleef, hoe onbegrijpelijker het voor al de medekandidaten leek. Iedereen had de grootste bewondering voor z’n ongezien doorzettingsvermogen. Hoe hij in sommige proeven lukte, was niet te vatten. Hij geraakte tot bij de laatste 20 kandidaten. Superman.

Ons laatste teamlid, studentin Loes (midden vooraan), was bij de laatste zes. Ik hoopte dat ze het spel zou winnen, maar het is haar niet gelukt. Ook de 99 anderen hebben het verlies wel kunnen plaatsen. Ik zei tegen de regisseur : dit spel is samen te vatten in vier lijnen.
Eerst wil je meedoen.
Dan mag je meedoen.
Dan kan je meedoen.
En dan moet je kunnen verliezen.

.......

Maar … ik heb ook heel veel bijgeleerd. In zo’n groep van erg diverse individuen, die verschillende soorten Nederlands spreken, werd ik geconfronteerd met het fenomeen dat onze taal “evolueert”. Het Engels overspoelt al jaren onze gesproken taal. Toen wij in onze kindertijd het woordje “sorry” gebruikten, werden we door iedereen nogal boos en zelfs verdacht bekeken. “Wat zegt die snotneus nu?” Maar wat moeten wij nu denken van wat we vandaag zoal te horen krijgen…???
Wie verrast is, zegt nu in alle toonaarden en intonaties: “ Oh my God !”
Wie bang is, zegt met een schril bang stemmetje :”Oh my God …..”
Wie verontwaardigd is, zegt nu heel luid: “OH !!… My !!! … GOD !!
Wie boos is zegt nu zonder blikken of blozen, zelfs in interviews voor de camera: ”Fuck ! “ of “Shit! ” of “Kut! “ Wie in nesten zit, zegt nu: “Shit !“ of “Shit ! Shit ! Shit !” naargelang hoe groot de ellende is. Ik geef toe dat het vlotter klinkt dan “stront” of “merde”…
Wie vraagt ”Wat is dat?” wordt niet meer begrepen, want nu is het : “What the fuck is da ?”
Men vraagt ook niet meer “Waarom ik?” , maar: “Why the fuck me?”
Enfin, ik ben er heel wat wijzer geworden.

Paul Vagant